HAIKU

Gezoem van bijen In de schoonheid van bloemen De zon schijnt zachtjes

De korenaren Hangen gebogen diep door Wiegend in de wind

De bomen ruisen De vogels fluiten luider Het heeft geregend

Aan lange stelen Bollen zo licht en pluizig Wachtend op een bries

Grote bladeren Gesplitst door een rode nerf In een groene zee

In de boomtoppen Ritselen de bladeren Onder is het stil

De tere bloemen Diepzinnig paars in het groen De voorjaarszon brandt

Ragfijne lijnen Van lichtgroen op aardebruin De wilde bloemen

Een streep lentegroen In de doorploegde akkers Wind verplaatst het zand

De blik reikt heel ver Golvend tot in de einder Gele zandplekken

De lentekleuren In de vroege ochtendmist Groeven in het land

Geur van gemaaid gras Lijnen over de akkers Ganzen vliegen op

Het gras gebogen Door het gewicht van druppels Dankbaar nederig

Bleke ochtendzon Daaronder bomen half weg Wereld is kleiner

De bollen stralen Torenend boven het gras Als aardse zonnen