HAIKU

Dotterbladeren Buitelen over elkaar Uit donker water

Het gras zwaar en laag  Vol druppels als kristallen  Slakken kruipen traag 

Weggaan is anders  De bloem is er nog, verwelkt  Maar diep geworteld 

De zon, de zon dooft  Alles in vuur en warmte  De bloemen sluiten 

Zomerse maandag  Boven de bruine aarde  Brandt en blinkt de zon

De distels pluizen  Groen in het strogele gras  De wind trekt en schudt 

Er kabbelt een beek  Door het bleke maanschijnsel Gezonken stenen 

Onder de wolken  Wolkt het gras, rode kleuren  Met wat halmen blond 

Wolken drijven snel  Gras en bloemen gebogen  Een eeuwig ritme 

Einder in lichtgrijs  Bomen lispelen hun woord  Vogels fluiten luid 

De wind keert het riet  Spiegel voor de morgenzon  Golven van de zee 

In het lage licht  Glanzen de paarse bollen  De gouden distel 

Alles uitgegumd Door het schaduwloze grijs De regen gaat tekeer 

De dauwkristallen  Rusten op het hoge gras  De zon komt eraan

Vlekken dan kleuren  Eenzaam bloeit het veldboeket  Groot is de stilte 

De paddestoelen  Bij de slootrand en het riet Torsen hun hoeden 

Als natte dweilen  Ligt het gras over de grond  Druppels laten los 

Vijftig tinten grijs  Druppels tikken op het blad  En de avond zwijgt 

De wilg wordt zilver  Door het wuiven naar de wind  Luidruchtig geweld 

De rauwe natuur  Water, flarden riet en gras  Duizend tinten groen 

Dreigende luchten  Grauwe sluiers vol regen  Lieflijk gefluister 

Begin van de nacht  Wind en golvende bomen  Naar de witte maan 

Grauwe ochtendlicht  Verandert het groen in grijs  De zware warmte 

De rode bomen  Spreken met gedempte stem  In de avondbrand 

Plotseling een ree  Zijn grote bruine ogen  Vogels klinken luid 

De heuvel besneeuwd  Met witte madeliefjes Honderden zonnen 

De koolwitjes dansen  Boven de groene kolen  Strijd en de liefde 

De zonsondergang  Lijsterbes spiegelt zijn kleur  Koelte van de nacht 

De woeste gronden  Wilde vlucht van de vlinders  Flarden van de zon 

Donkere wolken  Geven de aarde geen kleur  Dansende muggen 

Het heeft geregend  Slakken gaan weerloos op weg  Het schemert al vroeg 

Donkere luchten  Het veld vol witte bloemen  Spetten en stralen